Roder Journaal KGB in 150 woorden

In de periode van februari 2012 tot en met november 2013 is wekelijks een Kunstgras Blues column van 150 woorden gepubliceerd in het Roder Journaal (Weekblad NDC mediagroep). Onderstaand het overzicht.

Kunstgras Blues: Onzichtbare knik
Het is herfst, en vandaag wisselen regenbuien elkaar snel af. Ik wacht nog even tot deze bui voorbij is, maar heb inmiddels ingeschat dat de fietstocht toch te lang is om droog thuis te komen. Dan er maar doorheen, besluit ik. De bui is overgegaan in een stortbui, en regenwater spat op van het wegdek.
Op het verkeer om me heen heb ik weinig zicht. Bij een oversteek denk ik aan mijn dochter. Ze had ANWB Streetwise op school en weet wat je moet doen om veilig aan de overkant te komen. ‘Oogcontact maken, zwaaien, zichtbaar zijn’, vertelde ze. Maar ik zie nauwelijks nog een auto of zelfs een bestuurder.
Met een lichtsignaal krijg ik voorrang, en tevens het bewijs dat ik wél ben gezien. Gelukkig! Met de handen stijf aan het stuur en in de jas gedoken geef ik als dank een lichte knik, denk echter wel dat die onzichtbaar is.

Kunstgras Blues: Net even zwaarder
Ze is het niet met me eens, totaal niet zelfs. En zegt dat ook. Al driekwart jaar ga ik naar de fysiotherapeut. In het begin twee keer per week, inmiddels is dat nu nog maar 06één keer per maand. Ook met het woordje ‘al’ zal ze problemen hebben.
Elke avond doe ik vijf verschillende rugoefeningen. En moet ze steeds wat zwaarder maken. Maar ik vertel haar dat ik ermee wil stoppen, het duurt me lang genoeg. De pijn is allang weg, het is mooi geweest zo. Maar zij vindt het nog te broos, te fragiel. ,,Járenlang verkeerd en waarschijnlijk zelfs veel te weinig bewegen, en dan is driekwart jaar genoeg om er vanaf te wezen?! Denk je dat?”, klinkt het verbolgen.
Wat ik na jaren ook geleerd heb is wat minder eigenwijs te zijn. En zij is tenslotte de deskundige. Vanavond doe ik daarom weer trouw die oefeningen, net even weer wat zwaarder.

Kunstgras Blues: De jongen van de snippers
Daar komt hij weer aangelopen, en staat even later bij het verkeerlicht. Klaar om over te steken. Al jaren zie ik hem dat regelmatig doen. Hij werkt bij de bouwmarkt, is dan net klaar met zijn werk en kijkt goed uit bij het kruispunt.
Hij is iemand met een ‘beperking’ zoals dat heet. Bij de bouwmarkt ruimt hij houtsnippers op, veegt de vloer aan en plukt rommel van de parkeerplaats. Elke dag. Heel plichtsgetrouw.
Die bouwmarkt was vroeger een doe-het-zelf-zaak. Managers in pak en marketeers vonden dat het anders moest. Want dat is vooruitgang. Nu zijn er fietsen te koop, tijdschriften, auto-onderdelen en tuinsets. Die mannen in pak zijn allang verdwenen, maar hij niet. Ook zijn werk niet. Ondanks al die veranderingen liggen er nog steeds houtsnippers, wordt rommel achtergelaten op de parkeerplaats. Hoop hem nog lang tegen te komen bij het verkeerslicht, want mensen zoals hij zijn nodig. Vooruitgang of niet.

Kunstgras Blues: Luid toeterend
Van die mensen die luid toeterend en met hoge snelheid inhalen op een 30 km. weggetje. Ik maakte dat afgelopen zomervakantie mee op Terschelling. Op een duinweg.
Gisteren hetzelfde op de Groningerweg, vlakbij het net opgeknapte kruispunt bij Peize. Met de hand op de claxon inhalen om duidelijk te maken dat ik even opzij moet. Maar ik rij 80 km. Hard genoeg om op te schieten, maar veel te snel om zo een berm in te duiken. Als ik dat al van plan was. Maar beste medeweggebruiker: ik schrik niet. Zag je al aankomen in de spiegel. Niet op dat duinweggetje, maar wel bij Peize is een verkeerslicht. En dat staat op rood. Hoop dat je ook de spiegel gebruikt, kun je zien dat degene die je net voorbij scheurde gewoon achter je staat.
De haast levert 4,77 meter winst op, de lengte van mijn auto. Dat schiet op, vind je niet?

Kunstgras Blues: Dat dashboardlampje
‘Doordekken’, ‘punt naar voren’, ‘verdedigers op één lijn’. Zomaar wat standaardvoetbaltermen die ook deze zaterdagochtend te horen zijn. ‘Wit om de neus’, had ook gekund. Mijn zoon voetbalt eerstejaars D, en speelt uit tegen Veendam 1894. Grote tweedejaars stappen het veld op in geel-zwarte tenues. Er tegenover het elftal van mijn zoon, met gemiddeld een koppie kleiner. Nog voor de aftrap is verricht zit de schrik er al in. Toch blijken ze op techniek aan elkaar gewaagd.
Waar ik me druk om maak is andere techniek: een knipperend lampje op het dashboard van mijn auto. Normaal negeer ik het, maar deze waarschuwt over ABS. In het instructieboekje krijg ik advies om snel naar de dichtst bijzijnde garage te rijden. Omdat op zaterdag geen autowerkplaats open is, wil ik de gok nemen en naar huis rijden. Om het in voetbaltermen te houden, met ‘samengeknepen billen’.
Niet op het voetbalveld, maar achter het stuur.

Kunstgras Blues: De echte wereld van FIFA 13
Oud-voetballer Zinedine Zidane begrijpt er niets van, staat op NU.nl te lezen. Zelf verbonden aan Real Madrid als assistenttrainer is hij verbaasd dat zijn club Gareth Bale koopt van Tottenham Hotspur voor een bedrag van 100.000.000 euro. De duurste voetbaltransfer ooit. ‘Onbegrijpelijk, geen enkele speler is zoveel waard’, vindt hij.
Zelf was hij in 2001 ook de duurste speler ooit: 75.000.000 euro werd overgemaakt bij zijn overstap van Juventus naar Real Madrid. Voetbal wordt steeds meer een schijnwereld, ver weg van realiteitszin. Zeker met Prinsjesdag vers in het geheugen: nog eens 6 miljard euro bezuinigen, de oplopende werkloosheid. De hand nog stijver op de knip.
Ik begin bijna te geloven in de schijnwereld van FIFA 13 op X-Box van mijn zoon: ‘Die speler kost in mijn game zo’n 27.000.000 euro”, zegt hij. Ook geen koopje, maar toch. FIFA 13 is een virtuele voetbalwereld, echter met meer realiteitszin dan de echte, dat blijkt.

Kunstgras Blues: De periode ertussenin
’s Ochtends in huis is het nog net niet kil genoeg om de kachel aan te doen. ’s Middag op fiets van werk naar huis kan de jas uit. Het is de periode ertussenin. Spinnen, fruitvliegjes in huis.
En neefjes. Die overigens alleen in Noord-Nederland zo worden genoemd. Onder de rivieren heten diezelfde beestjes muggen. Maar in Roden of Geleen, het maakt niet uit: in bed, wanneer je bijna in slaap valt komt het zeurende gezoem om je hoofd. En net wanneer je de lamp aanknipt om er wat aan te gaan doen zijn ze onvindbaar. De beesten zijn op het moment liever binnen dan buiten. Een bioloog zou er waarschijnlijk gemakkelijk een wetenschappelijke verklaring voor kunnen geven. Ik niet.
Weet als ervaringsdeskundige wel dat dit insectenprobleem met een simpele nachtvorst zo is verholpen. Van zomers hou ik het meest, maar met dat verlangen naar vorst zit ik er ook ergens tussenin.

Kunstgras Blues: Mijn excuses!
Omdat ik geen professioneel fotograaf ben, moet ik het hebben van goed mijn best doen, en wat geluk. Zo zat ik tijdens de Rodermarktparade op de stoep aan de Groningerstraat, erachter is parkeerplaats Albert Heijn. Een mooie overzichtelijke plek in een lange flauwe bocht. Goed zicht op de praalwagens met tijd genoeg om plaatjes te schieten.
Ik was wat in mezelf gekeerd om te concentreren. En dat bleek de valkuil. Bijna onbewust stak ik een sigaret op. Slechte gewoontes zijn menseigen. Op het werk rook ik buiten, en thuis niet.
Maar nu blies ik gewoon een rookwolk uit. Zag in mijn ooghoek de mevrouw naast me terugdeinzen en snel een shawl om haar gezicht slaan. Rook recht in haar gezicht. Zij schrok van mij, en ik van mezelf. Met slechte gewoontes wil ik liever niemand lastig vallen. Dus bij deze: mijn excuses! Zal in het vervolg beter opletten, beter nog is stoppen.

Kunstgras Blues: Bassnaren en winterbanden
Heb net een nieuwe set snaren op mijn basgitaar gezet. En ik moet bekennen, dat voelt als nieuwe verkering. U zult denken ‘overdreven, zwaar over the top zo’n vergelijking’, en dat is ook zo. Het is vertrouwd en nieuw tegelijkertijd. De bas waarop die snaren zitten verandert niet, ook mijn vingers zijn niet anders.
Toch is het spannend. Om het uit te leggen: zie het als net nieuw onder de auto gemonteerde winterbanden. De auto gaat als vanouds nog steeds van A naar B. Maar door een flinke plens water rijden gaat toch anders. Zoals de auto net even vaster op de weg ligt, dreunt dat ene melodielijntje net even lekkerder uit de luidspreker.
Maar ik weet ook dat zo’n nieuw gevoel snel slijt. Een paar kilometer verderop al, of een paar partituren later. Het is voorbij. Eigenlijk zou ik wat vaker snaren moeten wisselen, maar de verkering hou ik liever aan.

Kunstgras Blues: Echte voetbalkenners
Of ik mezelf op het verkeende been zet, of dat Studio Sport het doet. Ik zit hoog op de tribune en kijk naar FC Groningen - PSV, alweer enkele winters geleden. In mijn opvatting een saaie wedstrijd. 's Avonds bij de samenvatting kondigt Tom Egbers het aan als 'kraker'.
Sindsdien heb ik geen mening meer over voetbal want ik zie het toch verkeerd. Gelukkig hoorde ik er maandagochtend collega's over. Had blijkbaar toch gelijk, want ze vonden het allemaal niks. Ik ben overigens erg geneigd niet naar die maandagochtend praatjes te luisteren: de pass is al gegeven, doelpunten gescoord en spelers allang de kleedkamer in.
Maar weet nu dat het beter is om wel degelijk de oren te spitsen. Twee 'kenners' blijken échte kenners te zijn. Vooral met het voorspellen van uitslagen. Als ik eerder had geluisterd, was ik nu toto winnaar.
Van hen weet ik nu al de eindstand: SC Heerenveen – FC Groningen 2 – 2.

Kunstgras Blues: Blijf bij jezelf
De coach gaf het ooit als advies mee vlak voor een invalbeurt bij een voetbalwedstrijd van B1. ,,Wees jezelf”, zei hij. Begreep niet wat hij bedoelde, maar aan de samenzweerderige toon te horen moest het wel heel iets bijzonders zijn. Een variant daarop is ‘Blijf bij jezelf’. Die kreeg ik van de dirigent mee tijdens een workshop Instant Composing. Dat is improvisatiemuziek zonder enig idee, begin en eind. Van niets iets maken, creatief. En leuk. Bij beide kwam ik overigens goed uit de strijd. Minder leuk is de situatie van nu. De NDC mediagroep, de uitgever waarvoor ik het Roder Journaal samenstel, is aan het reorganiseren. Mijn collega’s en ik zijn allemaal boventallig. Er is begeleiding en een sollicitatieronde. Eén van de begeleiders gaf mij als advies: ,,Blijf jezelf, kan nooit kwaad.” Ben benieuwd wat dat ‘jezelf’ nu eigenlijk is, waar dat zit, en hoe ik het er deze keer vanaf breng.

Kunstgras Blues: Linkshandige wetenschap
Op Twitter valt mij een bericht op van een gezondheidssite. Het zegt -samengevat- dat het een wonder is dat de evolutie linkshandigheid niet heeft uitgebannen. Omdat bepaalde ziekten bij die groep mensen gemiddeld meer voorkomen. Maar ook dat linkshandigen creatiever, intelligenter zijn.
Ik vraag me af wat ik ermee moet. Een pen vasthouden doe ik rechts, maar bijvoorbeeld een bal gooien links. Dat zijn mijn armen. Met de benen gaat het een stuk beter. Kon op het voetbalveld even makkelijk met links als rechts een pass geven. Tegenwoordig wordt voor een tweebenige voetballer zo een kapitaal neergeteld. Waarom dat voor mij niet is gedaan lees ik van vrienden op Whatsapp, dat ik met beide benen niet even goed, maar even slecht passte. Tja, daar kan geen wetenschap tegenop.
Rijst bij mij nog de vraag waarom je wetenschappers nooit hoort over rechtshandigen die, tijdens het klussen, toch twee linker handen blijken te hebben.

Kunstgras Blues: Spelweek Noordenveld
Niet dat ik het voor mijn vakantie slordig achterliet maar m’n pc is een grote bende. Iedere collega heeft zo zijn eigen manier van werken, niets mis mee. Maar het neemt even wat tijd om door de bomen het bos weer te kunnen zien.
Zo zie ik het bericht over Spelweek Noordenveld: daar wil ik wat mee doen, besluit ik. Maar hoe en waar? Geen telefoonnummer, geen emailadres. Facebook! Zoeken, ‘liken’, en vragen stellen. Wat niet lukt met telefoon en email is met Facebook binnen vijf minuten geregeld. Heb inmiddels een foto en met aanvullende gegevens een artikel op de voorpagina van het Roder Journaal.
Een internetgoeroe voorspelde al jaren geleden de ondergang van email, en opkomst van social media. Hij vertelde niet over de smartphone. Zover reikte zijn wijsheid niet. Gelukkig had iemand van de organisatie, ergens buiten in het Mensingebos, die wijsheid wel. En de smartphone gewoon in de hand.

Kunstgras Blues: Een middagje uit
Op Schiermonnikoog stapten we bij Hotel Graaf Bernstorff binnen. Om daar voor de televisie plaats te nemen. Een etappe van de Tour de France wilden we niet overslaan. Ook niet tijdens vakantie. We waren een jaar of zestien. Met wielrennen hadden we niets, en nu nog steeds niet. Toen ging het nog over een paar neusdruppels te veel, tegenwoordig over EPO.
Deze zaterdagmiddag zitten we thuis op de bank, en willen dat verhaal maar eens afsluiten. Het mooiste wielerevenement gaan we niet verpesten.
Maar wat het nou eigenlijk is, dat weten we nog steeds niet. Het zal de sfeer zijn. De mooie natuur, waarop je wordt getrakteerd. Rondpeddelende benen, afzien. Sport. Het boeit van begin tot eind, ook al gebeurt er even niets. Uren turen. Het geeft het gevoel van een middagje uit, een andere wereld binnen stappen, besluiten we. In ons geval wilden we daar best het strand even voor onderbreken.

Kunstgras Blues: Fietsbandplakken
Het betere fietsbandplakken leer ik van een fietsenmaker. Sta bij hem voor de toonbank voor een set bandenlichters. Omdat hij ernaar vraagt leg ik uit hoe ik dat doe. Hij luistert rustig, zijn handen steunen op de kassa. Van die handen die al veel werk hebben verricht, zwaar werk. Ruw, met smeer diep in de poriën. Kracht.
De fietsenmaker onderbreekt me op het moment dat ik de band al geplakt heb, en het laatste stukje buitenband met een bandenlichter over de velg wil trekken. ‘Dat doe je met je handen, anders beschadig je de binnenband. Kun je weer opnieuw beginnen. Of niet?’ Zijn advies neem ik klakkeloos aan, hij kan het weten, vind ik. En anders zijn handen wel. Sindsdien trek ik het laatste stukje buitenband inderdaad met blote handen over de velg. Dat kan ook met gewone handen die niet veel meer dan een pen vasthouden, ben ik inmiddels achter gekomen.

Kunstgras Blues: Het doel op veld 2
We zijn op sportpark Esserberg. Achterin, op een veld van vv Helpman, wordt de A-selectie oefenwedstrijd gespeeld tussen Be Quick en ACV. Een neef van ons voetbalt bij deze laatste club, en wij gaan kijken. We lopen voorbij het clubhuis via het hoofdveld langs veld 2.
Opeens die herinnering, alsof het gisteren gebeurde. Ik was voorstopper. De tegenpartij ging in de aanval, bal naar voren, de spits legde aan. Ik stond voor het doel, het schot stoof recht op me af. Het was de beweging die ik maakte –in een fractie twijfelde ik tussen bukken of blijven staan, maar het werd een halve draai- die ervoor zorgde dat ik de bal in eigen doel ketste. (Zucht).
Loop het veld op en ga op precies weer diezelfde plek staan. Mijn zoon grapt of ik na al die jaren nog de nopafdrukken van mijn schoenen zie. Hij moet er zelf om lachen, maar ik wentel me nog even om in dat gevoel. Die blunder.

Kunstgras Blues: Gerustgesteld
Omdat ik hier vaker ben geweest loop ik gedachteloos de route. Aan het begin gaat dat goed, maar hoe verder hoe vreemder. Moet linksaf, maar de pijl wijst rechtdoor. De gang zelf ziet er niet anders uit, toch had ik inmiddels een rij schilderijen aan de muur moeten zien. Maar die hangt daar niet. Twijfel. Het wordt nog erger wanneer ik in de wachtkamer links terechtkom, waarvan ik zeker weet dat ie rechts was.
Heb het vaker, in gedachten wegzinken om opeens 'wakker' te worden op de eindbestemming. Vertrek en aankomst zijn helder, onderweg staat de automatische piloot aan. Nu niet.
De mevrouw achter de balie geeft uitleg. Door de verbouwing is alles anders. Dat ze vergeten was bordjes op te hangen doet ze af met een geruststelling: ,,Er zijn meer bezoekers die hier met verbaasde ogen komen aanlopen.” Gelukkig ben ik niet de enige, en neem rustig plaats in de wachtkamer.

Kunstgras Blues: Vriendelijke teleurstelling
Heb een mooi uitje in het vooruitzicht, maar het is druk. Ben daardoor laat. Te laat blijkt nu. Voordat ik dat te horen krijg moet ik bij binnenkomst eerst zoeken wie me kan helpen. Halverwege de boekenwinkel zit een oude man. Hij valt nauwelijks op. Lijkt een geheel te zijn met toonbank, boeken en losse paperassen die hem omringen. Een hypermoderne kassa met lcd scherm, maar hij valt niet uit de toon. Of ik nog een plaatsje kan reserveren voor een lezing van een schrijver, de dag daarna. De plooien in zijn gezicht trekken strak en er komt een stralende glimlach voor in de plaats. Innemend als je maar zelden ziet. ,,Nee”, is het kalme antwoord. ,,Leuk dat u belangstelling hebt, maar morgen is méér dan vol. Jammer hè?”
Iedereen weet hoe een teleurstelling voelt. Maar zo vriendelijk als hij is, duurt die maar heel kort. Tevreden stap ik de winkel uit.

Kunstgras Blues: De kroon op
De inkt van de handtekening van zijn moeder op de Akte van Abdicatie is nog niet droog of koning Willem-Alexander gaat op pad voor zijn eerste klus. De dodenherdenking. Hij doet dat op de gepaste wijze die bij deze plechtigheid hoort: ingetogen en statig. Het verdriet van de natie op zijn gelaat geschreven.Wat mij opvalt is het contrast tussen hem en onze nieuwe koningin. Zij majestueus, smaakvol en toch modern gekleed. Een hoedje. Hij in grijs kantoorkostuum. Ik vind dat een beetje jammer. Niet voor de daar aanwezigen, de mensen voor de buis, maar voor hemzelf. Een koning mag er best als koning uitzien, niet alleen met gezichtsuitdrukking maar ook de inhoud van de kledingkast.
Op 28 mei komt het koninklijk echtpaar op bezoek in Roden. Over Máxima maak ik me geen zorgen. Maar zou hem dan graag zien in hermelijnenmantel, als goedmakertje van dat kantoorpak. En natuurlijk de kroon op.

Kunstgras Blues: Overhangende tak
Tegenwoordig moet je er écht op uit om de natuur om je heen te ontdekken. Vroeger ging dat vanzelf. Simpelweg omdat je er onderdeel van was. Dat is te zien in de documentaire over Giena Timmermans-Kymmell –laatste bewoonster van Havezate Mensinge- op fototentoonstelling 25 jaar Museum Havezate Mensinge. We zien haar kinderen op een bokkenwagen. Een armdikke overhangende tak als schommel gebruiken. Gewoon buiten, achter in de tuin. Zou wat dat betreft de jeugd van mijn kinderen best willen ruilen met die van haar. De afstand tot de natuur lijkt nu groter dan in hun tijd. En moet je dus zelf op zoek. Op excursie met een groepje, met een specialist die nu weet wat vroeger iedereen waarschijnlijk gewoon wist. Tegenwoordig trekken we erop uit op tablet, smartphone en Chrome. Heb er thuis over verteld, ze maken nu een digitale bokkenwagen met gesamplede mekkergeluidjes. Zo'n jeugd van toen is vandaag heel anders.

Kunstgras Blues: Doelgroep gericht
In Marketing moet je doelgroepgericht denken: het publiek geven wat het wil. Dat moet een muzikant ook, maar er is een spanningsveld. Speel je rock ‘n roll voor een hossende menigte of kies je voor jezelf. In het laatste geval is er slechts een lege zaal.
Improvisatie muziek in zevenachtste maat is instrumenttechnisch interessant om te spelen, maar in de volksmond wordt het niet voor niets ‘piepknor’ genoemd. Niet om aan te horen. Maar dat is wat op de muziekstander verschijnt wanneer je een stap verder wilt. Vanwege de uitdaging zetten we toch onze tanden erin. Het zaaltje in Veendam waar de uitvoering was bleek zowaar voller te zijn dan alleen het barpersoneel.Helaas bleek er weinig begrip te zijn toen het verzoek kwam voor de Vogeltjesdans. Het publiek dat voor je staat is de doelgroep, dus gauw snoeiharde rock ’n roll ingezet. Makkelijk scoren, maar na afloop klonk een dankbaar applaus.

Kunstgras Blues: Gepimpt en geschoren 

Facebook en een handige collega moeten opheldering geven. Voor het eerst sinds lange tijd ben ik ‘actief’ bezig met mijn uiterlijk. Nu baarden weer helemaal ‘in’ zijn, wil ik een poging gaan wagen. De echte reden, –en ik stel me nu heel kwetsbaar op- is dat ik een hekel heb gekregen om elke dag te beginnen met een kwartier lang elektrisch scheren en daarna nog vijf minuten ‘nat’ met het scheermes.
Die collega pimpt een foto van mij in twee versies: met baard en met haar, en met baard zonder haar. De ‘likes’ bij beide opties zijn in aantal bijna gelijk en wijzer word ik niet. De praktische optie: ‘bevalt het niet dan scheer je die baard er weer af’, klinkt logisch maar lost de scheercapriolen niet op. Het beste advies om al die goedgemeende adviezen opzij te leggen en het mezelf makkelijk moet maken krijg ik thuis. Gewoon laten groeien dus.

Kunstgras Blues: Sportverslagen
De werkweek begint eigenlijk al op zondag, of eindigt dan. Het is maar hoe je het bekijken wil. Het is de dag dat de mailbox opengaat voor de eerste sportverslagen.
Doe dat over het algemeen met een glimlach vanwege berichten van de tafeltennissers van ROTAK, en Korfbalvereniging Noordenveld (KvN). Mooie stukjes. De één vol humor de ander inhoudelijk sterk. Een kwestie van smaak overigens. Maar het is knap wanneer iemand die nauwelijks besef heeft van deze sporten toch wordt meegesleept.Zo iemand ben ik. Alsof je langs de kant staat te kijken. Heb daarbij geen idee op welk niveau beide clubs presteren, maar er spreekt betrokkenheid uit en dat maakt de glimlach. Helaas kan vaak niet het hele verslag worden geplaatst, want papier is geen elastiek en de ruimte beperkt. Gelukkig is er de website, waar alles wel past. Zondag is eigenlijk best een prettige werkdag, dat is wat ik zeggen wil.

Kunstgras Blues: Wachten langs de lijn
Sinds een paar jaar wanneer ik langs de voetbalvelden van de club van mijn kinderen loop, zie ik daar een man. Hij loopt daar ook. Vaak alleen. Ook vaak is hij diep in gedachten verzonken. Volgt ondertussen wel elke beweging van zijn zoon, roept wat, en duikt daarna weer in de kraag van zijn jas.Voor de wedstrijd in het clubhuis groet hij vriendelijk, en schuift aan. Spreekt daarna alleen de noodzakelijke woorden tijdens een kop koffie, maar verder niet. Zelf een gesprek aanknopen doet hij niet gauw.In die paar jaar ben ik er ook achtergekomen dat het niet zijn zoon is, maar die van zijn broer. Hij en zijn broer komen uit een Noord-Afrikaans land. Zijn broer is daar, maar hij weet niet waar. In de tussentijd zorgt hij voor zijn zoon. Elke week langs het voetbalveld wandelt hij rondjes. Hij wacht op zijn broer, de zoon op zijn vader.

Kunstgras Blues: In de prullenbak
Dingen bewaren doe ik niet gauw, maar soms kan ik geen afscheid nemen. Al jaren liggen die dan zonder omkijken ergens in een kast op zolder. Als het belangrijk was, of er andere emotionele waarde aan zou zitten, lagen ze niet onder het stof. Geen pareltjes dus, maar ook nog niet onbeduidend genoeg om toch maar weg te gooien. Iets dat ik niet kan.Ik heb een abonnement op columns (zkv’s) van A.L. Snijders. Die krijg ik een paar keer per week via de email binnen. Met veel moois ertussen. Ondanks dat hij ook maar een mens is, ze zijn niet allemaal even ‘sterk’, mocht ik willen dat ik zo kon schrijven. Ik draai ze uit op de printer en neem ze mee naar huis. Daar ga ik er even rustig voor zitten. Raar eigenlijk dat ik ze na het lezen gewoon verscheur, juist die pareltjes wel gewoon in de prullenbak gooi.

Kunstgras Blues: Nieuw tafelgroepje
Teleurgesteld zie ik hem thuis op de bank zitten. Hij is net terug uit school en heeft er geen zin meer in. Zo’n vier keer per jaar wisselt zijn klas van tafelgroepje. Vanochtend vertelde hij het nog maar eens: ,,Hoop liever niet dat ik bij hén in een tafelgroepje kom.” Iedereen heeft zo zijn voorkeur. Hij ook.We leggen uit dat je niet altijd te kiezen hebt. Behalve wie je vrienden zijn. Die kies je uit, maar dan houdt het snel op. Ouders, zusjes, buren, collega’s krijg je zomaar aangereikt, zonder daarom gevraagd te hebben. Tot zijn teleurstelling zitten juist die hij opsomde in dat nieuwe tafelgroepje.Wat je moet doen is ermee leren omgaan. Als volwassene snap je dat. Al kan die er zelf ook niet altijd goed mee uit de voeten, toch moet je verder. Op school leren kinderen tegenwoordig veel, ook alvast de eerste stappen van een lange levensles.

Kunstgras Blues: Nieuw leven inblazen
Het besluit kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Op het podium stond Burdy en mij werd gevraagd waarom wij daar niet stonden. Wij speelden geen Burdy-repertoire, maar waren wel het collega-bandje dat ooit op datzelfde podium stond tijdens een personeelsfeest. Muziek maken is leuk. En snel kwam het besluit om het weer nieuw leven in te blazen.Een bandje (opnieuw) beginnen is lastiger dan het lijkt. Behalve dan de eerste stap, en dat is het idee. De discussie daarna over repertoire en vooral hoe vaak repeteren werpt bij mij altijd een enorme barrière op. Een hoop gedoe voor hooguit een uurtje muziek. En een muzikant weet: daar gaan weken repeteren aan vooraf. Wel is het zo dat een musicus beter wordt naarmate de leeftijd vordert. Dat oude bandje is van tien jaar geleden, dus kunnen we met minder oefenen het podium op. Maar gelukkig met wel weer diezelfde lol. Dankzij Burdy.

Kunstgras Blues: Eerste lentegeluiden
Voor mijn gevoel zit ik er alweer veel te lang op te wachten. De eerste lentegeluiden. Hoe die zullen gaan klinken is elk jaar weer anders. Nooit hetzelfde. Net als dat het voor iedereen een verrassing zal zijn. Het ‘wanneer’ en het ‘hoe’, laat zich ook niet voorspellen. De één hoort het van een vogel die ergens in de verte een nieuw voorjaar hoopvol tegemoet schettert, een ander ziet lachende gezichten op straat met opgewekte stemmen. Een beekje dat weer soepel stroomt. Frisse geluiden.
Zoals gezegd, het is elk jaar weer anders. Voor mij begint het deze keer in een door zon opgewarmde auto. Raam open. Wachtend voor het verkeerslicht krijg ik groen. Rechtsaf door de bocht mengt het geluid van de richtingaanwijzer zich met het klikken van de verkeerspaal naast de oversteekplaats. Meestal indringend en irritant, maar nu geniet ik ervan. Dit jaar hoor ik eerste lentegeluiden door het open gedraaide autoraam.

Kunstgras Blues: Literaire-avond
Waar mensen gelijkgestemd zijn loop ik naar binnen. Thema van deze literaire-avond is ‘stad en platteland'. Het gaat over pand- en kantoorpoëzie.De stadjer die daar niet meer woont krijgt een plattelandsbokaal uitgereikt. Met een singersongwriter als toetje. Ben ik een schrijver?, vraagt een schrijver zich hardop af. Dan dit: ,,Stadserosie. Opstandige steen in de steeg. Hoe beter u kijkt des te fragieler het beeld. Maar iemand van het platteland weet dat intuïtief.” Vaag allemaal.Wie ben ik in het publiek, vraag ik me af. Ben een stadsmens getrouwd met een Friezin van het platteland. Doe m'n best, kom er echter niet in deze avond. Soms heb je dat. Je voelt 'em aankomen maar kan niet bij de clou. Het zal de vorm van de dag zijn, die ontbreekt. Het is ook zo koud, en het wordt er niet warmer op. Toch is het gezellig, de volgende keer ga ik gewoon weer.

Kunstgras Blues: Op het gezicht
Een restje op het gezicht, daar lijkt het nog het meest op wanneer ik haar tegenkom. Hoe dat daar komt weet ik niet.
Misschien met een broodje in de hand, al pratend tijdens de wandeling tussen de middag. Enthousiast in gesprek met een collega. Een gesprek met handen en voeten, wilde gebaren en een mond die moet praten en eten tegelijk. Misschien een snel onderonsje met diezelfde volle mond met een kennis die ze zomaar tegenkomt op straat. Dat denk je wanneer je zoiets ziet.
Zo’n ongemakje is vooral schrik voor de persoon zelf, wanneer het besef komt er al even mee rond te lopen. En het valt op. Zal ik er wat van zeggen of toch niet? Niet zomaar recht in het gezicht, maar heel voorzichtig. Beledigd is ze niet, toont begrip en beschouwt het als per ongeluk. Dat het een wangpiercing is zie ik pas van dichtbij, en te laat.

Kunstgras Blues: Vier seizoenen in een dag
Zie ik daar een collega lopen in T-shirt met korte mouwen. Korte broek en slippers ontbreken. Maar als het aan hem ligt zou hij zich zo omkleden. Binnen op de werkvloer is het een sauna, laat hij blijken.Even later in de auto naar Roden grote volle sneeuwvlokken die schuin voorbij schieten. Van die vlokken die eigenlijk zeggen dat na de ijsperiode -van even terug- de winter nog niet voorbij is. Nog even aanzet.De bui achter me gelaten en aangekomen in de Heerestraat kan de zonnebril op. Onder een blauwe hemel lopen mensen met samengeknepen ogen in de laagstaande zon. Ik begin zo langzamerhand in de gaten te krijgen dat het een bijzondere dag is. Geen standaarddag. Niet het weertype waarbij de grens tussen grauw en grijs van land en lucht slechts een streepje is. Wat nog ontbreekt is lente, met nog een beetje geduld gaat die straks de dag vullen.

Kunstgras Blues: Digitale lichaamstaal
Een fotografenblik is er niet voor nodig. Zo’n blik die in één keer overzicht heeft over de situatie en daar bijzondere details in ziet. Toch springt het op Facebook er zo uit. De foto van ‘bevriende’ kennissen laat hun kinderen zien. Ze mogen in de keuken zelf aan de slag met de warme maaltijd. Spetters spinazie op het gezicht en op kleding. In een reactie zegt iemand dat ze geen schort dragen.Wat eraan schort -wat mij betreft- is het timmermansoog bij degene die het plankje aan de muur scheef heeft opgehangen. Door de smartphone is niet te zien hoe de vlag erbij hangt.Misschien is het een onhandige klusser voor wie het druppels zweet kostte het überhaupt aan de muur te krijgen. Emoticons genoeg om digitaal je gemoedstoestand te verduidelijken. Ik reageer niet. Ga binnenkort toch bij ze op visite, en met lichaamstaal komt die echte knipoog toch duidelijker over, besluit ik.

Kunstgras Blues: Dat moment komt
De Kunstgras Blues column van vorige week sloot ik af met de regel: ‘Ik ga vragen of ik  ook een rondje mag.’ Het ging over de baancommissaris van ijsbaan Roden. Wilde ook graag een rondje over de baan met zijn gemotoriseerde sneeuwschuiver.Het was een jongensdroom die het erbij liet zitten, want de werkelijkheid ging anders. De vraag lag op mijn lippen, maar werd niet gesteld. Op dat moment. In een periode dat je medicijnen bijna als snoepjes naar binnenwerkt om rugpijn te dempen, moet je niet stoer willen doen.
Maar tijd vliegt. Zoals het nog nauwelijks is voor te stellen dat er ijs lag op de plek waar nu eenden zwemmen, kan ik me nauwelijks voorstellen dat even snel het ongemak verdween. In diezelfde tijd. Heb me voorgenomen veel te gaan sporten, want dat helpt tegen rugpijn, om dat rondje toch écht een keer te gaan maken. Dat moment komt.

Kunstgras Blues: Dromen op ijsbaan Roden
Wat ik zie beantwoordt precies aan de jongensdromen die alle mannen hebben gehad. Dromen die vaak te ver weg waren, onbereikbaar. Geen of te weinig talent. Geen geluk, het verkeerde moment. Of toch wat anders gekozen. Voetballer, popster of brandweerman.
De eerste lukte niet vanwege een afgescheurde kruisband, maar vooral vanwege geen talent. Voor de tweede brak het goede moment niet aan. Bij de derde kwam ik er erachter dat ik behept ben met enige hoogtevrees. Ongeschikt dus.
Maar op ijsbaan Roden begint het te borrelen. Voor mij rijdt een baancommissaris op een luid ronkende gemotoriseerde sneeuwschuif. De man is behendig en weet wat ie doet, hij heeft overzicht. Schaatsers kijken met dankbare blik opzij, hun baan wordt immers schoon, hij is nu even beroemd. Zo te zien moet hij best kracht zetten om het apparaat in bedwang te houden, hij is stoer. Ik ga vragen of ik ook een rondje mag.

Kunstgras Blues: Oefenwedstrijd B1 C1
Buiten valt een pittige vorst samen met snijdende wind. Tot over de oren ingepakt in thermo-tenue trapt B1, van de club waar mijn kinderen voetballen, af tegen FC Groningen C1. Een oefenwedstrijd. Het publiek denkt er het zijne van, zoekt om niets te hoeven missen snel in de warmte binnen een behaaglijke plek bij het raam. Het zal duidelijk zijn dat het geen gewone voetbaldag is. Met ook niet het standaarddecor van een voetbalkantine. In plaats van hamburgers, en Nederlandstalige muziek uit luidsprekers, staat de televisie aan. Tennis met The Australian Open.
Niemand die zich hiervoor interesseert, of kijkt. Iedereen staat er met de rug naartoe. Wanneer applaus klinkt, kijkt het koude voetbalpubliek verschrikt op. Heb ik iets gemist? Waar? Op het veld? Over de schouder kijkend ziet het zongebruind tennispubliek juichen op de tribune aan de andere kant van de wereld. Het contrast is te groot, snel gaat de televisie uit.

Schim op de spookweg 
Een latertje bij De Pompstee onderweg naar huis. Zo tegen kwart voor elf ’s avonds. Op de Roderweg is het op dat tijdstip en in dit jaargetijde erg donker. Sterker, stikdonker. Regen die steeds meer op natte sneeuw gaat lijken. Het zicht wordt slechter, en naarmate de rit vordert zit ik met m’n neus bijna tegen de voorruit aangedrukt. De diepe donkere leegte wordt om en om zichtbaar langs heen en weer slingerende ruitenwissers. Zo’n spookscenario heb ik niet bedacht maar vlak voor Peize geloof ik het niet. Het is laat, ben moe maar mijn ogen bedriegen niet. Daar loopt iemand! Net niet midden op de weg, maar tegen de markeringstrepen langs de zijkant. Schrik! Active City Stop, Drive Alert, Lane Keeping Aid en Forward Alert van die auto uit de reclame heb ik niet. Wel een oude Passat, en snel reactievermogen met een flinke ruk aan het stuur. Koud zweet.

Kunstgras Blues: Langharig tuig
Wel veel meisjes op het voetbalveld deze ochtend. Wanneer ze zich omdraaien zie ik het. Het zijn jongens, jongens met lang haar. Je moet ervoor terug naar de jaren 70, mannen met lange haren, soms tot op de schouders en soms met baard of sik. Het is blijkbaar weer terug van lang weggeweest.
Toen was het de zogenoemde geitenwollen sokken alto die rondliep met het alom bekende predikaat ‘langharig tuig’. Deze van nu zij een stuk jonger, zo vanaf een jaar of tien. Het wappert om de oren, zonder overigens hiermee een maatschappelijk statement te willen maken. En dat is het verschil. Ze vinden het gewoon mooi.
Ooit had ik ook lang haar, niet uit protest of een hekel aan de kapper, maar omdat het ook nog eens de mode was. Maar goed, ‘de jeugd van tegenwoordig’ laat het gewoon weer groeien, en als ik eerlijk ben staat het nog goed ook.

Kunstgras Blues: Social media-goeroe-trendwatcher
Een collega hoor ik praten over een goeroe. Niet met baard, meditatie of lang gewaad, maar strak in pak. Een social media-goeroe-trendwatcher.
Hij voorspelt een andere wereld. Minder administratie en meer kwaliteit in menselijke omgang. Hij zegt het met een voorbeeld: digitaal een reis boeken, taxi regelen en onderweg ernaartoe alvast inchecken bij het hotel. Bij aankomst geeft een app toegang tot de hotelkamer. Dat is administratie zonder mensen.
Tijdens de sessie is er volop ruimte voor netwerken en goede gesprekken. Haar opmerking dat een praatje met de lokale taxichauffeur met tips voor een goed restaurant of een mooie zonsondergang teniet wordt gedaan omdat je met je neus in de iPad zit wat juist ten koste gaat van kwaliteit doet hij af met een lauwe 'so what'. Het is verder een interessante bijeenkomst, vindt ze echt, maar de goeroe mag best zijn eigen sociale kwaliteiten op peil houden, is haar conclusie.

Kunstgras Blues: WhatsAppje
In de boekwinkel ben ik op zoek naar een volwassenenboek van Guus Kuijer wanneer de glasscherfjes klinken. Het teken dat een bericht binnenkomt op WhatsApp. 'Hallo papa, kom je zo weer terug?', vraagt mijn zoon.
Hij zit alleen thuis want wil niet mee. Dat hij nu al die leeftijd heeft verrast niet; de laatste tijd gaat hij vaker zijn eigen gang, is eigenwijs aan het worden en vooral kritisch naar de ouders. Op het voetbalveld hoor ik hem wel eens mopperen 'Doe het zelf ouwe man', in plaats van 'z*k'. Dat blijft van onze opvoeding gelukkig wel hangen, een beetje vriendelijk blijven ook wanneer het niet zo goed uitkomt. En hij stuurt dat bericht.
Nu ik er toch ben neem ik ook voor hem een boek mee van dezelfde schrijver. 'Het boek van alle dingen' is een kinderboek, thuis geef ik het snel voordat hij zich hier ook te oud voor voelt.

Kunstgras Blues: Digitaal bureaublad
,,Alleen dat wat ik nodig ben”, zeg ik tegen de ict-er op mijn werk. En dat is een pen, kladblok, telefoon een broodtrommel en twee stuks fruit op mijn bureau. Hij begrijpt vervolgens niet waarom mijn bureaublad op het scherm van de computer wel volstaat met dingen die niet nodig zijn. Shortcuts Excel en Powerpoint die ik nooit gebruik, foto's, ongebruikte mapjes met graphics die ik waarschijnlijk nooit zal gaan gebruiken. Nergens voor nodig. We stappen over op Windows 7 en krijgen hulp om het opmaaksysteem met dat nieuwe systeem te laten samenwerken. Het duurt achteraf gerekend ongeveer driekwart werkdag voordat het lukt, en ondertussen helpt hij mij mee. En ja, eindelijk het werkt.
,,Beetje traag”, protesteer ik nog. Met een ,,Beter krijgen we het niet”, loopt hij naar de volgende klus. Maar goed, het scherm is nu netjes en overzichtelijk, en voor alleen al dat opgeruimde gevoel doe ik het ermee.

Kunstgras Blues: Ideale schoonzoon
Bij een ander wel, maar juist bij hem verwacht je het niet. Als hij boos is na een arbitrale miskleun, kijkt hij niet boos genoeg. Het juichen na een doelpunt gaat wat ingetogener dan bij zijn ploeggenoten. Doet alles wat rustiger en beheerster.
Maar laatst was het toch goed te zien in een close-up tijdens de samenvatting van een voetbalwedstrijd: hij heeft tatoeages op zijn arm. Bij een verdediger met killer uitstraling past het, ook bij een aanvaller type Ibrahimovic is het de juiste uitrusting. Maar bij Kevin Strootman niet.
Met vriendelijke oogopslag doet hij zijn verhaal voor de camera. Daardoor twijfel ik of het echt is, misschien zo'n henna tekening of van een plakplaatje gedrukt bij de kauwgom. Er is helemaal niets aan te merken op die jongen, en misschien dat zijn moeder heeft gevraagd het er maar weer af te wassen omdat het begint uit te lopen. Goede voetballer overigens.

Kunstgras Blues: Schuin licht
Bomen vangen schuin licht en laten nog maar eens zien welke kleuren gedragen worden. Diep rood, licht bruin en geel. In de herfst hoop ik altijd mijn zonnebril binnen handbereik te hebben, maar zo vlak na de zomer ligt deze niet eens in de auto, ontdek ik.
Zomers met de zon hoog aan de hemel en een ondoordringbare kroon bladeren is die niet nodig. En dat heb ik er eigenlijk een beetje op tegen, wanneer de natuur op de top van haar kunnen is, zijn bladeren eentonig. Alleen maar donkergroen.
Maar nu, met op het wegdek een boeiend schouwspel van springende schaduwen, en in de auto over dashboard en mijn armen en gezicht hetzelfde, tuur ik strak naar voren. Wel met af en toe een schuine blik om die mooie kleuren te kunnen zien. Duw de zonneklep naar beneden en moet bij thuiskomst niet vergeten die zonnebril in de auto te leggen.

Kunstgras Blues: Vier generaties pendule
Vaak hoor ik het niet. Ons huis is doorgaans gevuld met de stemmen van onze kinderen, hun vriendjes en vriendinnetjes.
Maar soms ben ik even alleen en dan valt ie op. De mooie cadans van de slinger die achter een klein glazen venster heen en weer zwaait. Op een dag miste ik dat geluid. Stil in huis. ,,Hij is niet stuk, maar versleten”, beoordeelt de klokkenmaker het defect en vervangt een paar bewegende delen. Het toeval wil dat die pendule begon met tikken in het jaar dat mijn moeder is geboren. En dat is acht en tachtig jaar geleden.
Dat ie nu bij ons in de huiskamer staat is geen toeval, want ik wilde hem graag bij het verdelen van een kleine erfenis. Nu kan die klok weer twee generaties verder. Grappig idee dat mijn kleinkinderen diezelfde slinger zullen zien, met diezelfde tik, maar alleen als ze een momentje alleen thuis zijn.

Kunstgras Blues: Oude helden
Joe Jackson speelt op Pinkpop in 1980 en staat -naar eigen zeggen- bloednerveus op het podium. Hij doet zijn reputatie als angry young man eer aan met gemopper en misbaar.
Ik kan dat goed zien, want sta vooraan. Niet voor hem, maar voor bassist Graham Maby. Deze man tilt het instrument naar een hoger niveau en als bassist en zijn fan wil ik dit niet missen. Binnenkort staat Joe Jackson weer eens op de planken in De Oosterpoort met bewerkte nummers van zijn eigen held Duke Ellington. Wederom zal ik erbij zijn.
Er gaan geruchten dat hij dan overnacht in een hotel in Roden. In een interview laatst op televisie bleek hij zijn wilde haren inmiddels kwijt te zijn. Zou hem dus rustig kunnen aanspreken als ik hem op straat zou zien. Maar ik weet niet hoe ik tegenover Graham Maby zal staan wanneer ik hem in de HEMA tegenkom. Bloednerveus waarschijnlijk.

Kunstgras Blues: Hoezo raar?
Een amateur-muzikant die van voetbal houdt, of andersom: een voetballiefhebber die van muziek houdt. Sommige kennissen vinden het raar en vragen me hoe het zit.
Er is meer overeenkomst dan je denkt. Een instrument bespelen is fysiek zwaar, net als voetbal. Zie het verder zo: de keeper is de drummer, en de bassist vormt de schakel tussen ritme en melodie, hij is verdelende middenvelder.
De grootste gelijkenis is de voorhoede. Een keeper mag net als een drummer -om niet te worden afgebrand- geen fout maken. Daarentegen mag een spits zoveel kansen missen als hij wil, met die ene lucky treffer is hij toch de held. Op het podium hoeft de frontman slechts één keer met de ogen te knipperen om een gillende menigte voor zich te zien.
Zo raar is het dus niet, er is meer overeenkomst dan je zou verwachten. Trouwens, was saxofonist Hans Dulfer niet autoverkoper? Dat is pas raar.

Kunstgras Blues: Drie dipjes
Het is het liefst bijzaak, ermee bezig zijn zonder ervan bewust te zijn. Zo liep ik kilometers over de voetbalvelden. Maar van elke gezette stap merkte ik niets.
Hardlopen alleen maar om het hardlopen heb ik een keer geprobeerd bij de 4 Mijl van Groningen. Het zal aan mij hebben gelegen, maar elke stap was er één. Onderweg had ik drie dipjes: vlak na de start, het kerkhof bij Helpman en de bult van de Herestraat.
Tegenwoordig beleef ik dat evenement van een andere kant. Sta langs het parcours te spelen met een groep muzikanten. De afgematte gezichten waar geen plezier meer aanzit proberen we wat op te fleuren om na die bult toch lachend over de finish te komen. Het lijkt toeval maar dat is het niet. We staan bij het kerkhof om vooral iedereen maar door te laten lopen, bij deze dip kun je maar beter niet afhaken vinden we.

Kunstgras Blues: Andere wereld
Foto's vervagen. Door een regelmatige regenbui en daarna de zon er weer op, vloeien kleuren in elkaar over. Wat uiteindelijk overblijft is een vale afdruk van wat eens een geliefd mens was. Verse bloemen, kunstbloemen, beeldjes. Teksten als 'De zon is onder, de warmte blijft.' Gedenken doet iedereen anders, en vooral op een eigen manier. Zoals het hoort.
Ik neem niets mee, sta er met mijn handen op de rug en herinneringen. Voor mij is dat genoeg. Het is er mooi met zacht ruisende bomen en soms een vogel in de verte. Rust. Niets anders dan anders.
Maar voor mij is het een andere wereld waar ik binnenstap op het moment dat ik aan het pad naar de verstrooiplaats begin. Zijn stem die ik in gedachten nog wel eens hoor praten klinkt dan helder. De laatste gesprekken als van gisteren. Na achttien jaar zijn de scherpe randjes er vanaf. Maar vandaag niet.

Kunstgras Blues: Marcheren op de plaats
De Rodermarktparade houdt even in, een eindje verderop is blijkbaar oponthoud en pal voor ons stopt een muziekcorps.
Onze dochter wil eromheen kijken naar de praalwagen erachter, maar dat gaat niet. Het is een nogal groot gezelschap. Ze spelen gewoon door en marcheren op de plaats. Snel leg ik haar uit dat ze niet zomaar wat voor zich uit staan te musiceren, dat de muzikant rechtsvoor wel degelijk in de gaten moet houden wat de man linksachter doet. En andersom hetzelfde. Muziek maken doe je namelijk gezamenlijk.
Dan ziet ze die jonge muzikant voor haar: geconcentreerde ogen onder een grote pet. Hij heeft de stokken klaar voor een roffel op de snaredrum. Van ongeveer dezelfde leeftijd als zijzelf, schat ze in. Met schuine ogen kijkt ze stilletjes. Hij heeft ook nog haar aandacht wanneer het korps langzaamaan verder trekt en uit zicht verdwijnt. Ik denk dat ze later met een drummer thuiskomt.

Kunstgras Blues: Lekker leesvoer
Soms heb je zo'n moment van 'ach waarom ook niet?' Even daarvoor zit ik nog weggedoken in de Privé, Story en Weekend. Er staat niets in maar het leest zo lekker weg om weer helemaal op de hoogte te zijn van BN-ers en wanna be BN-ers. Heerlijk.
Eenmaal op de kapperstoel hoeft de kapster niet lang na te denken. Ze legt vriendelijk uit dat er nog weinig van te maken valt. Haar idee: de tondeuse erover. 'Waarom ook niet?', zeg ik en binnen drie minuten sta ik weer buiten.
Het ene idee volgt het andere op, en dat ontstaat thuis. Zelf een tondeuse kopen. Een kwestie van een paar flinke halen over mijn hoofd en klaar. Inmiddels zijn we twee jaar verder en de aanschaf van dat apparaat is allang weer terugverdiend. Wat ik mis zijn die lekkere verhaaltjes. Straks komt de thuiskapper voor mijn zoon. Misschien dat zij een stapeltje meeneemt.

Kunstgras Blues: Ochtendgroet
De rest van de ochtend en ook de verdere werkdag gaat het alle kanten op. Maar in een gezin met kinderen heeft de vroege ochtend wel een vast patroon. De stipte wekker, douchen, aankleden en het ontbijt zijn standaard.
Dat ik niet de enige ben, blijkt onderweg. Vooral op fiets. Op het vaste tijdstip dat ik de deur uitga zie ik onderweg op min of meer dezelfde plek vaak dezelfde mensen. Altijd die man met dat olijke gezicht, een vrouw op een fiets met een bagagerek op het voorwiel. En zo nog een paar. Kom ze soms tegen aan begin, soms pas halverwege. Ook zij moeten het blijkbaar hebben van vastigheid. Hoe hun dag er verder uitziet weet ik natuurlijk niet.
Zou ik inmiddels ook bij hen zijn opgevallen? Zo ja, waarom groeten we elkaar dan niet even? De dag wordt er niet anders van, maar begint in elk geval wel vriendelijk.

Verboden te voetballen
Roestige spijkers en een plak schimmel sieren het bord ‘Verboden te Voetballen’. Krom getrokken, barsten en afgebladderde verf. Het hangt bij mijn moeder in de straat. Daar hangt het al zo lang ik mij kan herinneren.
Er wat van aantrekken deden we niet. Voetballen deden we dus wel. Met aan weerszijden twee jassen als doel was een veld zo uitgezet. Partijtje heette het toen, straatvoetbal heet het nu. Niemand die zich daaraan stoorde of er iets van zei. Behalve de buurman type ‘klagen wanneer de zon schijnt’, en dat bord. De bewoners van de straat zijn inmiddels hoogbejaard en de kinderen allang de deur uit. Hun kinderen gaan naar zo’n kant en klaar trapveld met een hek eromheen, of naar een voetbalschool tijdens vakanties, de term straatvoetbal zegt ze niets.
Maar die woorden hangen er nog steeds. Ze vormen een nostalgisch uithangbord in een lege straat zonder kinderstemmen. De buurman is tevreden.

Kunstgras Blues: Het kind in jezelf
Ben er met familieleden en mijn broer staat vooraan. Voor moderne autotechniek ben ik te porren, maar deze prehistorische machines van zwaar metaal en diesellucht boeien niet.
Het is het verhaal van maanden sleutelen en jongensdromen. De spanning is voelbaar, gaat ie aan de praat of niet. Wat mijn broer niet ziet maar ik achteraan wel zijn die mannen. Lichaamstaal. Een dun draadje van hoop en vrees, kleine gebaren. Geconcentreerd en met rustige handen zijn ze bezig. Gesputter en gehijg uit de diepte van de machine zorgen voor een goedkeurende knik. Even later het hoogtepunt: de 150 pk Kromhoutdieselmotor in de voormalige Elektriciteitscentrale Veenhuizen komt tot leven. Blaast en kreunt als in vroeger tijden. Ze vinden het kind in zichzelf terug, zweet en blijdschap op het gezicht. Ook ik ben om.
Komend weekend tijdens Open Monumentendagen is dit wonderlijke schouwspel weer te zien wanneer de tweecilinder Crossley-zuiggasmotor uit 1918 aan de praat gaat.

Kunstgras Blues: Wat is nog echt?
Het Higgs-deeltje is zo klein dat het er niet is. Maar toch wel. Overheidstekorten, reddingsplannen voor banken, lege kantoorparken die moeten worden afgeboekt met geld dat er eigenlijk wel is. Maar toch niet. Het is virtueel, niemand heeft het in handen gehad.
Daar worstel ik vandaag een beetje mee: wat is echt en wat niet? Economen hebben het over vertrouwen: afspreken dat een euro een euro is, niet meer en niet minder. Wetenschappers denken dat het Higgs-deeltje zorgt dat materie bij elkaar blijft. Het bewijs ligt er immers al zolang het heelal bestaat, 14 miljard jaar. Van de economische malaise zijn we zelf oorzaak. Maar zou 'die' natuurwet ook een zeepbel kunnen zijn? Welke door –wat we graag doen- rommelen uit elkaar spat zodat ook wij nog slechts een virtuele verschijning zijn?
We weten het niet en we hebben het niet in de hand. Vanavond ga ik maar eens vroeg naar bed.

Kunstgras Blues:  Verdwenen vaardigheden
De wegenwacht hoeft niet onder de motorkap te duiken. Doet het met een apparaat en een stekker in een opening onder het dashboard, en hoopt te zien wat er aan de hand is. Waarschijnlijk de ontstekingssensor.
We staan met pech langs de weg en het gaat nog uren duren voordat de bergingswagen ons naar huis brengt. Later zegt de garagist dat een defecte toerentellersensor de oorzaak was. Die 'denkt' dat er geen toeren zijn en dus hoeft er geen brandstof naar de motor. Een computerstoring dus.
In gedachten zie ik een kantoorachtige ruimte met mensen met witte boorden en schone handen achter de computer auto's inregelen. Overalls hebben ze niet. Kunnen die nog een klassieke boxermotor afstellen?, vraag ik me af. Dat was een kwestie van het kartonnetje van een pakje vloei tussen de contactpuntjes duwen en vastdraaien. Maar dan moet je wel shag roken. Ook dat doen tegenwoordig nog maar weinig.

Kunstgras Blues: Blikvanger
Tijdens een etappe vliegen ze door de lucht. Het peloton raast als een driftige trappelende massa over het televisiescherm en met een sierlijke boog vallen ze in de berm. Niet één, maar 23.760 bidons. Reken uit: een wielrenner verbruikt één bidon per uur, per etappe zitten ze zes uur op de fiets, de Tour de France heeft twintig etappes, en er zijn maximaal 198 renners. Dat komt op 6x20x198 = 23.760. Een heleboel dus.
Knechten delen ze uit en kopmannen hoeven ze alleen maar leeg te drinken en weg te gooien. Het idee om terug te geven aan diezelfde knecht die vervolgens teruglevert aan de ploegleiderwagen ontstaat niet. In een blikvanger gooien -hoeft niet eens voor worden afgeremd- lijkt weinig moeite, maar die staan niet langs de weg. Ze vallen neer en er is niemand om op te rapen. Wat een tot de verbeelding sprekend spektakel het ook is, schoon is de Tour de France niet.

Kunstgras Blues: Schrik in de benen
Voor de reguliere halfjaarcontrole stap ik in de stoel van de tandarts. En opeens die herinnering. Nog niet zo heel lang geleden deed ik hetzelfde bij de kaakchirurg in het UMCG. Nietsvermoedend liep ik -de verdoving kreeg ik in een andere gewone kamer- de OK binnen.
De chirurg ziet me schrikken maar blijft enthousiast. ,,Ja ja”, zegt hij in volledig operatie-tenue en vooral trots: ,,Dit is een prachtige OK, we hebben de meest moderne instrumenten.” Het is als in de bouwmarkt: tangen, beitels en boren. Voor elke klus de juiste keus. En dat had ik niet verwacht.
Met de schrik in de benen neem ik plaats. Nu ik het weet adviseer ik iedereen de mond wijd te openen en de ogen stijf dicht te knijpen. Denk voor wat afleiding aan een pianoconcert van Beethoven. Die stond trouwens bekend als tandenknarser, maar dat was vanwege zijn reguliere slechte humeur.

Kunstgras Blues: Vergeten Roos
We hadden ze in de tuin staan. In verschillende soorten en uiteenlopende kleuren op de beste plek. Uit de daarvoor speciaal aangeschafte boeken tot in de puntjes en achter de komma verzorgd. Bemesting, grondsoort, zonhoek en luwte.
Alles klopte. Ik ging zelfs zover om gebruikte theeblaadjes te verzamelen en rond te strooien ter bestrijding van sterreroetdauw. Ze staan er bekend om, en doen het goed in legendes en sprookjes. Maar niet in onze tuin. De roos. Plant van de liefde, zuiverheid, met -zelfs- genezende eigenschappen. Maar ik vind ze gewoon mooi.
Had alles weggehaald, maar op een vergeten plek bleef er eentje staan. Zonder aandacht en verzorging. Tegen alle logica in is die nu op zijn best. De les die ik hiervan moet leren is mij een raadsel en staat verder nergens in die kennersboekjes. Misschien zijn het mysterieuze eigenschappen van de bloem die het 'em doen, welke ik nog niet ontdekt heb.

Kunstgras Blues: 'I don't belong here'
I wish I was special, I don't belong here, zijn zomaar een paar tekstflarden van het nummer Creep van Radiohead. Het staat met één kruis in de bastoonladder (F-sleutel), of klinkend G. De uitvoering gaat van zacht naar fortissimo. Voor niet muzikanten: een bak herrie die zijn weerga niet kent. Oordopen zijn aan te raden.
De dirigent heeft het voor ons orkest bewerkt en op de muziekstander uitgedeeld. Muzikaal gezien is het niet zoveel. Het is de kunst van niets iets maken, zeggingskracht, overtuiging. Passie vooral. En dat maakt het tot één van de beste nummers van de popmuziek.
Wat ik denk is dat wanneer bondscoach Van Marwijk het aan de Oranje jongens -met die eeuwige koptelefoon aan de oren- had laten horen, Denemarken en de rest alle hoeken van het veld had gezien. Zoals bekend liepen ze met een 'I don't belong here' op het gezicht van het veld af.

Kunstgras Blues: Succes is een keuze
Beste mannen laten we nou eens eerlijk zijn: wat staat er op het plankje voor de spiegel in de badkamer? Tandpasta en aftershave, is het antwoord dat wordt geroepen. Maar is dat wel zo?
Een stapje verder en nog eerlijker: willen we niet allemaal David Beckham zijn? En dan heb ik het niet over zijn voetbalcapaciteiten of zijn sprookjeshuwelijk met Posh Spice. Willen we niet allemaal met zelfverzekerde blik en zonder zorgen de straat op? De tanden bloot lachen en hardop zeggen dat succes een keuze is? Net als hij?
Geef gewoon eerlijk toe dat de rij dagcrèmes, huidreinigende balsem en hydraterende gel even lang is als die van moeder de vrouw. Zelf ben ik ook eerlijk door te zeggen dat ik dat allemaal niet heb. Wel gebruik ik al járen Axe. Maar het helpt niks. Het beloofde effect blijft uit, de enige vrouw die ik in de badkamer aantref is mijn eigen.

Kunstgras Blues: Babyboomer op de weg
We schuiven ze van alles in de schoenen, maar zo erg als nu heb ik nog niet meegemaakt.Voor mij op de Groningerweg naar Roden rijdt een camper. Bij elke zijweg flink afremmen en dan rustig de voet op het gaspedaal weer verder. Heeft alle tijd, en neemt die ook. Het zijn uitvinders van zondagrijden, maar dat is niet handig op een door-de-weekse werkdag.
Hoop dat 'ie afslaat, maar bij rotonde Julianaplein Roden gaat het richting Norg. Ik ook. Het is de generatie waarvan de ouders het land opbouwden en de kinderen in een recessie zitten, zo wordt gezegd. En zelf genieten van de VUT met vele vakanties, en dit is er één van.
Op de Norgerweg draait de camper het parkeerterrein op, ik geef opgelucht gas. Mijn gemopper krijgt gelijk als ik in de achteruitspiegel de deur open zie zwaaien: inderdaad, een babyboomer. ,,Zullen we ruilen?”, vraag ik bijna hardop.

Kunstgras Blues: Stoppen met roken
Het begrip 'Just Noticable Difference' (JND) leerde ik op school bij Psychologie. Hierbij gaat het om wijzigingen zonder dat ze merkbaar zijn, tot een bepaalde grens.
Concreet: ik neem steevast twee klontjes suiker in de koffie. Haal ik hier twee korreltjes vanaf, dan proef ik dat niet. De koffie smaakt wederom goed en ik slobber het zo naar binnen. Minder ik kort achtereen wéér met twee korreltjes en weer, dan breekt vroeg of laat het moment aan dat ik een vies gezicht trek. En dat is het JND.
Omdat ik rook en mijn omgeving daar niet van gediend is, wil ik maar weer eens een poging wagen. Als ik van elk pakje sigaretten een half trekje minder neem, mezelf alle tijd gun om daar aan te wennen, omzeil ik dat JND-moment. Met op de lange duur minder rook, toch optimaal genot. Ben benieuwd of mijn omgeving het opmerkt wanneer ik uiteindelijk gestopt ben.

Kunstgras Blues: Heb je dubbele?
De persoon stapt met samengeknepen ogen op me af, neemt me in zich op en stelt op samenzweerderige toon de vraag. Het lijkt of ik door een ongure buurt of donkere steeg loop, of in Amsterdam ben op het Damrak.
Maar daar ben ik niet. Ik sta op het voetbalveld. Hij is speler van De Held F9 en ik ben scheidsrechter. Hij vraagt of ik dubbele heb, dubbele Mini's.
Het spel van F-jes is als een zwerm spreeuwen, het klontert samen, om daarna -door onverklaarbare reden- zomaar uiteen te spatten. De concentratie van spelers is even onvoorspelbaar als het spel. Omdat door de wilde kluwen van spelers een bal over de lijn op een afstandje nauwelijks is te herleiden, loop ik mee.
En hij drentelt even achter me aan. Ondertussen heb ik tijd om na te denken: ,,Ketchup en Sun Allin1'', antwoord ik. ,,Oh die heb al, anders konden we ruilen”, roept hij teleurgesteld.

Kunstgras Blues: Naar het werk
De aktetas van mijn vader kan ik me nog goed herinneren. Bruinleer en een metaalkleurige sluiting. Een broodtrommeltje ging erin en een beker melk. Eentje met zo'n handige schroefdop. Verder had hij een rekenliniaal, want de tijd van rekenmachines was nog ver weg. Zo kon hij op kantoor uit de voeten, en op locatie had hij genoeg aan die rekenliniaal.
Ik heb een zwarte tas, maar wel met een metaalkleurige sluiting. Het NEMO broodtrommeltje –was van mijn zoon maar die vindt dat nu kinderachtig- gaat elke dag mee. Evenals opladers van fototoestel en smartphone, een voicerecorder –die ik overigens nooit gebruik-, en vier reserve AAA-batterijen, want je weet maar nooit. En om te drinken Taksi en Wicky Oranje, pakjes met van die handige rietjes.
Ik ben niet iemand die achterom kijkt en zegt dat het vroeger beter was. Maar tegenwoordig is het eigenlijk best een heel gedoe om naar het werk te gaan.

Kunstgras BluesDe Slager van F3
Omdat ik niet weet wat hij bedoelt zoek ik het op. Een opa langs de lijn zegt het met een knipoog over mijn dochter.
Mijn dochter is vriendelijk, bedachtzaam en heeft een keurig schoolrapport. Maar op het voetbalveld heeft ze dat allemaal niet nodig. Ze staat laatste man bij F3. Bij een tegenaanval zorgt ze voor rust door de bal met een strak schot uit de doelmond weg te werken. Ze is snel en niet bang. Dat ze geen meisje is voor de pop of ballet werd mij al snel duidelijk. En dat kille en harde op het veld is blijkbaar gewoon haar spel.
'Andoni Goikoetxea was een spijkerharde verdediger van Athletic de Bilbao. Hij genoot als bijnaam 'De Slager van Bilbao'', staat op Wikipedia. Zo erg als het lijkt is het met haar natuurlijk niet, maar medespelers hebben respect en de tegenstander kijkt wel uit. Nu weet ik wat die opa bedoelt.

Kunstgras Blues: Verbindende schakel
Als ze mij allebei hadden gezien en als groet mijn naam hadden geroepen stond de verbazing waarschijnlijk op hun gezicht geschreven. Het is te lang geleden om hun namen nog te herinneren. Laat staan dat ze die van mij nog weten, maar je weet maar nooit. De één ken ik van een parallelklas van de middelbare school en de ander van stappen.
Zonder dat ze het van elkaar weten vorm ik de verbindende schakel van dit kleine sociale netwerk. Het is in de avondspits dat ik ze zie: ik sta te wachten en zij fietsen voorbij. De één fietst opgetogen en sportief, de ander zit diep in de kraag gedoken want het wordt alweer koud.
Ik ken ze dus, maar zouden ze elkaar ook kennen, vraag ik me af. Denk het niet. Anders hadden ze waarschijnlijk samen gefietst in plaats van achter elkaar aan. Allebei op weg naar huis, net als ik.

Kunstgras Blues: Zwarte voetbalschoenen
 En het went maar niet. Met een borstel schrob ik rubberstrepen van de geel-oranje-paarse Messi-schoenen. Niet eens vers gras. Schoenen in de combinaties blauw-groen, roze-wit of paars met rode noppen. De laatste jeugdtrend is het dragen van veters in twee verschillende kleuren, vooral geliefd bij meisjes.
Het kunstgrasveld ruikt naar olie en autobanden. De voetbalkantine, kleedkamer en ook de hal thuis wordt volgelopen met fijne rubberen korreltjes. Tijdens een voetbalwedstrijd hoor je langs de lijn voetbal te beleven, maar dit heeft er nauwelijks nog iets mee te maken, vind ik. Het is een catwalk met de haartjes fris en strak gedragen tenues volgens de laatste mode. Deodorant. Voetbalschoenen horen zwart te zijn en gras echt. Vaal gewassen slobbershirts. Dat is wat ik gewend ben. Verder ook natte kleren dampend van zweet op de vloer van de kleedkamer, schrammen en zwarte modder op de knieën. Mijn voetbalbeleving komt uit een hele andere tijd.

Kunstgras Blues: Vragen
Eigenlijk zou je ook een scheef brilletje moeten opzetten, ongewassen kleren aandoen en met het verkeerde been uit bed stappen. Om zo een beeld te krijgen van de leefwereld van ict-ers. Vreemde mensen met één doel: alles digitaal. Maakt niet uit hoe.
We hadden een hypermodern computersysteem nodig. Om stukjes mee te kunnen schrijven, voor de opmaak van deze krant, om artikelen te kunnen plaatsen op websites, facebook en twitter. Die laatste drie stappen zijn overbodig, het gaat makkelijker met één druk op de knop, zo hadden wij bedacht. ICT staat in dienst van degene die het gebruikt, en niet andersom.
Echter, die nieuwe systemen werken goed, maar niet samen. Ook gaat alles drie keer zo traag. Wanneer ik zou besluiten als ict-er door het leven te gaan, zou ik de dag beginnen met te vragen naar wat handig is voor degene die ermee moet werken. Gewoon als een normaal mens.

Kunstgras Blues: Neppers
Toen ik bij een dealergarage een Skoda kocht meende ik mij spekkoper. Een auto van dat merk is een nep-Volkswagen. Nep in die zin dat het onderstel van de Golf komt, evenals de motor. De rest is Skoda. Het kwaliteitsverschil was miniem volgens de verkoper. Om dit duidelijk te maken maakte hij de ruimte tussen duim en wijsvinger zo klein mogelijk. Om direct daarop de armen uit te spreiden en mij te overtuigen: 'En dit is het prijsverschil.'
Met dezelfde argumenten kocht ik een Mark Hoppus signature basgitaar van Mexicaanse makelij. Dat is een nep-Fender. De verkoper had precies hetzelfde praatje. Toen ik later wilde inruilen voelde ik mij een beetje bekocht. Voor nep kreeg ik relatief minder dan voor echt. Het is een les geweest om vooral te kijken naar restwaarde. Daarom koop ik nu een Fender Precision, dat is de Volkswagen onder de basgitaren.
Dus een echte.

Kunstgras Blues: Buurvrouw Roelfsema
In het korte moment dat ik voor het rode verkeerslicht in de achteruitkijkspiegel kijk zie ik een hoogbejaarde vrouw. Rustig voor zich uitkijkend in gedachten verzonken zit ze op de stoel naast de bestuurder. Ze lijkt op mijn toenmalige buurvrouw Roelfsema.
Ik breng haar man thuis na de wedstrijd FC Groningen-Sparta in 1999. De FC verspeelt in deze nacompetitiewedstrijd promotie naar de eredivisie. Gelijkspel is genoeg, maar er wordt verloren. Meneer Roelfsema wordt daarna bedreigd door nota bene 'supporters' van zijn eigen club. Hij krijgt geen stenen naar zijn hoofd of klappen, maar veel scheelt het niet.
Thuis vertelt hij het aan zijn vrouw. In een stoel rustig voor zich uitkijkend luistert ze met afwezige blik. ,,Nait meer hin goan Chris”, is het enige wat ze daarna zegt. In die spiegel kreeg ik een blik uit een ver verleden. En buurman Roelfsema heb ik inderdaad niet meer gezien bij de FC.

Moderne huisvader
Lastig wordt het met de mouwen. Nadat ik eerst de voorpanden mooi glad heb gekregen is ook de achterkant geen probleem. De kraag is lastig om een scherpe vouw in te krijgen door de halfronde vorm. Maar het lukt altijd weer.
De strijkbout is inmiddels op temperatuur en ik ben in vorm. Bij de mouwen moet ik echt mijn best doen. Die komen flink gekreukt uit de was en moeten eerst worden uitgevouwen. Dan met de ene hand strak neerleggen en tegelijkertijd met de andere hand de bout erover heen. Doordat de strijkplankhoes opbolt gaat het allemaal een beetje onhandig. Maar ik loop er niet voor weg en het lukt.
Op en top een moderne huisvader. Ben heel even trots op mezelf en hang het resultaat tevreden in de kledingkast. Het mooie van nu is het vooruitzicht om straks van dat lastige gedeelte af te zijn, zomers draag ik overhemden met korte mouw.

Kunstgras Blues: Porsche 911
'Goed idee!', denk ik bij het horen van het nieuws dat in Noordenveld oplaadpalen zijn geplaatst voor elektrische auto's. Zo'n auto verbruikt geen fossiele brandstof en draagt dus bij aan een schoner milieu. Maar is dat wel zo? Oké, de auto is brandschoon: geen CO2, geen fijnstof en geen stank. Maar elektriciteit moet wel ergens vandaan komen. Die komt uit op fossiele brandstof gestookte centrales. Dus komt al het ongemak gewoon uit de uitlaat van de fabriek. De winst is dat zo'n wagen -naar het schijnt- drie keer zuiniger met energie omgaat dan een traditionele verbrandingsmotor. Dus toch een goed idee! Waar ik me zorgen over maak is dat ze fluisterstil stil zijn. Geen brullende motor die je al van ver hoort aan komen, zodat je nog snel opzij kan springen. Verkeersveiligheid dus, hoe zit het daarmee? Of wordt een volle accu standaard afgeleverd met het geluid van een Porsche 911?

Kunstgras Blues Erfelijk belast
‘Zal wel niets worden', denk ik wanneer mijn zoon de voetbalschoenen aantrekt. Tenminste, als hij op mij lijkt. En dat doet ie. Zelfde gelaatstrekken, mimiek en loopje. Een zoon van zijn vader.
Wel met snelheid, maar nauwelijks wendbaar en nog minder techniek speelde ik als voorstopper. Bal afpakken ging nog, maar daarna een splijtende dieptepass of een slimme steekbal geven was te veel gevraagd. Mijn eigen onkunde schuif ik hem zomaar in de schoenen. Zijn moeder speelde ooit de Drentse schoolvoetbalfinale voor meisjes. Maar dat verhaal heb ik altijd weggewuifd. ‘Zal wel niets zijn', dacht ik dan.
Hij bindt de veters vast en loopt het veld op. Pakt een bal en kapt en draait alsof ie nooit anders heeft gedaan. Een bal afpakken hoeft ie niet, krijgt hem zomaar aangespeeld. Geeft assists, scoort. Ik had heel graag een goede voetballer willen zijn, maar gelukkig lijkt hij op zijn moeder.

Kunstgras Blues Boos!
Het ziekenhuisbed lijkt groot omdat ze er diep in ligt. Weggestopt onder een laken, infuusslang en draden naar het meetapparaat. Ze is klein en broos, ze is 87. Het is mijn moeder. Ze probeert overeind te komen, maar dat lukt niet. Pijn. Maar klagen doet ze niet. ,,Ik heb geluk gehad”, oordeelt ze zelf. ,,Op mijn leeftijd borstkanker krijgen biedt vooruitzicht, de celdeling gaat traag.” Bij haar op de kamer liggen andere vrouwen: de één is 46 jaar en de ander 53. ,,De mevrouw van 34 mocht gisteren naar huis”, zegt ze met een knik naar het lege bed. Ze is boos. Niet over de verzorging, niet over het eten of het bed dat ze niet kan bedienen. Op de afdeling Radiotherapie zag ze kinderen. Jonge kinderen met kale hoofdjes. Als je dat met eigen ogen ziet klaag je nergens meer over, ben je boos op het leven zelf. En dat is ze.

Kunstgras Blues Knagend gevoel
Daar achter op het podium staat een stille man in zichzelf gekeerd zijn ding te doen. Alles is druk in beweging, maar hij niet. De solist vooraan krijgt applaus en de frontman viert feest. Maar hij niet.
Als schakel tussen melodie en ritme is het hard werken. Een blazer die de bocht uitvliegt moet worden gecorrigeerd. Heeft de gitarist een halve tel te laat ingezet? De bassist lost het op. Aandacht krijgt hij niet, maar zelfmedelijden kent hij ook niet. Hij weet zijn plek en is rustig.
Alleen van drummers raakt hij van slag. ‘Geen gevoel voor nuance’ of ‘simpele ziel’, is zijn mening. Omdat hij muziek wil maken en de ander slechts herrie is het duidelijk geen gelukkig huwelijk tussen die twee. Er is niemand die dat knagende gevoel ooit beter onder woorden heeft gebracht dan Ernst Happel, met de uitspraak: ‘Alle keepers zijn gek. Ik begrijp ze niet.’ Vervang keepers door…, juist!

Kunstgras Blues: Suk Suk Suk Suk
FC Groningen is goed op dreef. Bacuna scoorde al de 2-0, en op het moment stoomt publiekslieveling Suk langs de zijlijn, snijdt naar binnen en scoort met een fraaie lob 3-0. ‘Suk, Suk, Suk, Suk’ klinkt het.
De spelers van PSV kijken beteuterd voor zich uit. Maar het publiek staat op de banken en schreeuwt het uit. Het gejuich komt niet uit de Euroborg maar uit de slaapkamer van mijn zoon. Hij speelt –ondanks het pak slaag bij NEC- nog regelmatig deze wedstrijd na op zijn X-box en kan er geen genoeg van krijgen. Ik loop naar binnen, pak de console uit zijn handen en ga er zelf eens rustig voor zitten. Nu kijkt hij beteuterd.
In onze familie is dat ‘afpakken’ heel gebruikelijk. Toen mijn broer een racebaan kreeg voor zijn verjaardag, speelde mijn vader voor Niki Lauda. Toen ik een modeltreinbaan kreeg, reed hij de rondjes. Maar mijn zus had meer geluk, hij speelde niet met Barbies.

Kunstgras Blues: Over de drempel
‘In Roden ken ik een goede fotograaf’, probeer ik nog. Maar mijn baas is onverbiddelijk en wijst naar de bureaula. Ik schuif het open pak het toestel, hang het om mijn hals en ga naar De Onlanden, foto’s maken van de wateroverlast. Als ik in de auto zit, kijk ik om me heen en hoop dat niemand het ziet. Soms schaam ik mij ervoor. Immers in een moderne auto met airco is een schaatsmuts overbodig, toch zet ik ‘em op. Verder hou ik liever voor mezelf dat wanneer de thermometer buiten 50C aanwijst, ik in bed kruip met een heetwaterkruik. Heb geen hekel aan water en ook niet aan winters. Maar het wordt tijd dat ik over de drempel stap en het maar eens toegeef: ik ben een koukleum. Kan ermee leven en ik weet niet beter. Volgens mijn vrouw –en ik ben het niet met haar eens- staat koukleum synoniem voor aansteller.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten